Deze post verscheen eerder op JanFasen.nl
Agora biedt eigentijds en uitdagend onderwijs afgestemd op het individuele kind, waarbij leraren op een andere manier kunnen ervaren hoe geweldig mooi hun vak is. Agora wil de hele onderwijssector graag laten zien wat en hoe ze dat doet. Dat lukt beter wanneer de Agora-scholen samen de kwaliteit van Agora-onderwijs zichtbaar gaan maken en blijven onderzoeken. Daarom wordt er een Agora-vereniging opgericht, waarvan de website http://www.agoraonderwijs.nl op maandag 13 januari 2020 om 14.00 uur online gaat.
Agora-onderwijs begon in 2014 bij de Stichting Onderwijs Midden-Limburg in Roermond. Nu, zes jaar later, zijn er negen Agora’s in Nederland en een Agora in België. De behoefte aan Agora-onderwijs is groot en groeiende.
Bij Agora gaat elk kind de eerste jaren vooral aan de slag met de ontwikkeling van zijn karakter en persoonlijkheid. Samen met andere leerlingen wordt er geoefend hoe je een democratisch burger wordt. Ze vieren er hun aangeboren plezier om te leren, te experimenteren en te ontdekken hoe de wereld in elkaar zit bot. Leraren zijn daarbij onmisbaar en helpen de kinderen om hun zelfstandigheid, vrijheid en verantwoordelijkheid te versterken. Uiteindelijk verlaat elk kind met een diploma de school.
Missie van de Agora-vereniging.
De Agora-vereniging wil het Agora-onderwijs op scholen in Nederland en andere landen verder ontwikkelen en uitbouwen vanuit de gemeenschappelijke Agora-visie. We willen de gezamenlijk ontwikkelde kennis delen met het hele onderwijs en de overheid. De aangesloten scholen vormen samen een lerende organisatie. De vereniging ondersteunt, begeleidt en verbindt deze afzonderlijke Agora-scholen vanuit het idee dat op deze manier leren van en met elkaar tot nieuwe kennis leidt waar we als Agora-scholen en als sector beter van worden.
Het motto van de vereniging.
Het motto van de nieuwe Agora-vereniging luidt daarom als volgt:
“We nemen een voortrekkersrol in de vernieuwing van het onderwijs, en formuleren met Agora antwoorden en oplossingen op maatschappelijke vraagstukken waar we in het huidige onderwijsstelsel tegenaan lopen.”
We nodigen de wetenschap daarbij uit om te onderzoeken of we dat goed doen. De vraagstukken hebben betrekking op het feit dat:
- Nergens in de wereld kinderen zo gedemotiveerd zijn voor school als in Nederland (OESO 2016)
- Onderwijs zorgt voor kansenongelijkheid bij kinderen. (Onderwijsinspectie 2016)
- Er per jaar €74.000.000 omgaat in schaduwonderwijs. (Ministerie OC&W 2017)
- Minstens 4.500 leerlingen thuiszitten en niet naar school gaan. (Ministerie OC&W 2019)
- Er een hoge uitval in het eerste jaar van het MBO en HBO is. (Ministerie OC&W 2016)
- Professionele trots van leraren onder druk staat en er sprake is van een hoge werkdruk met een groeiend percentage burnouts
Hoe gaat de vereniging haar missie realiseren?
De vereniging gaat sturen op zes onderdelen.
- De vereniging bewaakt de visie van Agora-onderwijs in elke Agora-school. Dit onderwijs wordt gegevens volgens de tien Agora-principes[1]. Deze principes maken duidelijk waar je een Agora-school aan kan herkennen. Daarbinnen is er een ruim speelveld, waardoor elke school een Agora met een geheel eigen karakter kan inrichten. Agora-scholen behouden daarmee de autonomie over de inrichting van het onderwijs, zolang dit dus past binnen de in 2013 geformuleerde principes.
- De Agora-vereniging beoogt een ondersteunende rol te spelen voor alle Agora-scholen (zowel PO- als VO-scholen) binnen en buiten Nederland. Zo houden de Agora-scholen elkaar scherp op de uitvoering van onze principes. De vereniging faciliteert dit proces, bijvoorbeeld door middel van consultatie en periodieke screening op uitgangspunten, onderwijsprocessen en kwaliteitszorg.
- De vereniging faciliteert de werving en professionalisering van Agora-leraren en beoogt een lerend netwerk te zijn voor eenieder die binnen de Agora-scholen werkt. Elke Agora-school voert een personeelsbeleid dat uitgaat van het principe ‘wat goed is voor onze leerlingen, is ook goed voor onze medewerkers’. De vereniging gaat uit van het principe ‘binnen de vereniging staat elke lerende centraal en elk lid is lerende’. De vereniging faciliteert uitwisseling en scholing en zet zich in om voldoende leraren beschikbaar te maken voor de groeiende groep Agora-scholen. Ze investeert in activiteiten waardoor leraren de mogelijkheid krijgen om te bouwen aan een steviger fundament van hun prachtige beroep. Agora-scholen zijn dan ook plekken waar leraren graag (willen) werken. Elke dag dragen ze trots bij aan de groei en ontwikkeling van leerlingen, en ervaren die groei en ontwikkeling ook persoonlijk. Het is een plek waar ze gezien en gehoord worden en waar ze veel vertrouwen, autonomie en verantwoordelijkheid ervaren in de uitvoering van hun werk. Ze hebben de ruimte om voortdurend te professionaliseren en beter te worden in hun werk. Dat werk doen leraren binnen een team.
- De vereniging ontwikkelt kwaliteitsinstrumenten en stimuleert wetenschappelijk onderzoek in de Agora-scholen. Daardoor zullen de scholen beter in staat zijn om verantwoording af te leggen over de eigen processen, effecten en resultaten. Er zal krachtig worden neergezet dat de (vragen die voortvloeien uit de) Agoriaanse werkwijze, door praktijkonderzoek en wetenschappelijke steun leiden tot goed doordachte modellen en handreikingen. Daar kan de hele sector van profiteren.
- De vereniging bouwt aan een netwerk van partners die de vereniging en de individuele Agora-scholen ten dienste staan met hun kennis, ervaring en ondersteuning. Door samen op te trekken maken zij het onderwijs op Agora-scholen nog beter. Beoogde partners zijn lerarenopleidingen; het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen; scholen voor primair, voortgezet, middelbaar en hoger onderwijs; universiteiten en kenniscentra (ook van buiten het onderwijs).
- De vereniging betrekt ouders en leerlingen nadrukkelijk als onmisbare partners bij de vereniging. Ouders zijn deel van de samenleving en dus ook deel van het maatschappelijke netwerk van Agora. Iedere ouder is zichtbaar en actief op Agora en sluit daarmee de cirkel waarbinnen kinderen zich vrij voelen en in vertrouwen en veiligheid de onbekende toekomst omarmen. Die verbinding maken we dus ook binnen de vereniging.
De leidende principes van de Agora-vereniging.
We lanceren maandag 13 januari de website. Medio maart vindt de officiële oprichting van de vereniging plaats. En dan nemen we de tijd om de vereniging op een Agoriaanse leest te schoeien en in te richten. Op alle niveaus willen we congruent zijn aan de visie van Agora. We laten ons bij de inrichting van de vereniging inspireren door de ‘Vereniging 3.0 principes’ die Ivan Pouwels daaromtrent ontwikkeld heeft.
[1] De tien Agora-principes zijn bewust negatief geformuleerd om zogenaamde “stoeprandjes” te markeren. Binnen het speelveld dat zo ontstaat, kan elke school een Agora naar eigen wens inrichten:
- Vakken, lessen en het curriculum zijn niet leidend in het leren van kinderen;
- Agora-scholen werken niet met een lesrooster;
- De citoscore is geen toelatingscriterium;
- Leerlingen worden niet gelijk behandeld;
- Leerlingen worden niet ingedeeld in homogene groepen op leeftijd en leerniveau;
- Leerlingen maken geen summatieve toetsen (tenzij ze ervoor gekozen hebben om met hun PTA aan de slag te gaan);
- Leerlingen worden niet afgerekend op het leerresultaat;
- Leraren worden niet van ‘bovenaf’ aangestuurd;
- Het aantal leerlingen waar een leraar verantwoordelijk voor is, is niet hoger dan 18;
- De Agora-leeromgeving bestaat niet uit leslokalen.