Oprichting vereniging voor scholen met Agora-onderwijs

Deze post verscheen eerder op JanFasen.nl

Agora biedt eigentijds en uitdagend onderwijs afgestemd op het individuele kind, waarbij leraren op een andere manier kunnen ervaren hoe geweldig mooi hun vak is. Agora wil de hele onderwijssector graag laten zien wat en hoe ze dat doet. Dat lukt beter wanneer de Agora-scholen samen de kwaliteit van Agora-onderwijs zichtbaar gaan maken en blijven onderzoeken. Daarom wordt er een Agora-vereniging opgericht, waarvan de website http://www.agoraonderwijs.nl op maandag 13 januari 2020 om 14.00 uur online gaat.

Agora-onderwijs begon in 2014 bij de Stichting Onderwijs Midden-Limburg in Roermond. Nu, zes jaar later, zijn er negen Agora’s in Nederland en een Agora in België. De behoefte aan Agora-onderwijs is groot en groeiende.

Bij Agora gaat elk kind de eerste jaren vooral aan de slag met de ontwikkeling van zijn karakter en persoonlijkheid. Samen met andere leerlingen wordt er geoefend hoe je een democratisch burger wordt. Ze vieren er hun aangeboren plezier om te leren, te experimenteren en te ontdekken hoe de wereld in elkaar zit bot. Leraren zijn daarbij onmisbaar en helpen de kinderen om hun zelfstandigheid, vrijheid en verantwoordelijkheid te versterken. Uiteindelijk verlaat elk kind met een diploma de school.

Missie van de Agora-vereniging.

De Agora-vereniging wil het Agora-onderwijs op scholen in Nederland en andere landen verder ontwikkelen en uitbouwen vanuit de gemeenschappelijke Agora-visie. We willen de gezamenlijk ontwikkelde kennis delen met het hele onderwijs en de overheid. De aangesloten scholen vormen samen een lerende organisatie. De vereniging ondersteunt, begeleidt en verbindt deze afzonderlijke Agora-scholen vanuit het idee dat op deze manier leren van en met elkaar tot nieuwe kennis leidt waar we als Agora-scholen en als sector beter van worden.

Het motto van de vereniging.

Het motto van de nieuwe Agora-vereniging luidt daarom als volgt:

“We nemen een voortrekkersrol in de vernieuwing van het onderwijs, en formuleren met Agora antwoorden en oplossingen op maatschappelijke vraagstukken waar we in het huidige onderwijsstelsel tegenaan lopen.”

We nodigen de wetenschap daarbij uit om te onderzoeken of we dat goed doen. De vraagstukken hebben betrekking op het feit dat:

  1. Nergens in de wereld kinderen zo gedemotiveerd zijn voor school als in Nederland (OESO 2016)
  2. Onderwijs zorgt voor kansenongelijkheid bij kinderen. (Onderwijsinspectie 2016)
  3. Er per jaar €74.000.000 omgaat in schaduwonderwijs. (Ministerie OC&W 2017)
  4. Minstens 4.500 leerlingen thuiszitten en niet naar school gaan. (Ministerie OC&W 2019)
  5. Er een hoge uitval in het eerste jaar van het MBO en HBO is. (Ministerie OC&W 2016)
  6. Professionele trots van leraren onder druk staat en er sprake is van een hoge werkdruk met een groeiend percentage burnouts

Hoe gaat de vereniging haar missie realiseren?

De vereniging gaat sturen op zes onderdelen.

  • De vereniging bewaakt de visie van Agora-onderwijs in elke Agora-school. Dit onderwijs wordt gegevens volgens de tien Agora-principes[1]. Deze principes maken duidelijk waar je een Agora-school aan kan herkennen. Daarbinnen is er een ruim speelveld, waardoor elke school een Agora met een geheel eigen karakter kan inrichten. Agora-scholen behouden daarmee de autonomie over de inrichting van het onderwijs, zolang dit dus past binnen de in 2013 geformuleerde principes.
  • De Agora-vereniging beoogt een ondersteunende rol te spelen voor alle Agora-scholen (zowel PO- als VO-scholen) binnen en buiten Nederland. Zo houden de Agora-scholen elkaar scherp op de uitvoering van onze principes. De vereniging faciliteert dit proces, bijvoorbeeld door middel van consultatie en periodieke screening op uitgangspunten, onderwijsprocessen en kwaliteitszorg.
  • De vereniging faciliteert de werving en professionalisering van Agora-leraren en beoogt een lerend netwerk te zijn voor eenieder die binnen de Agora-scholen werkt. Elke Agora-school voert een personeelsbeleid dat uitgaat van het principe ‘wat goed is voor onze leerlingen, is ook goed voor onze medewerkers’. De vereniging gaat uit van het principe ‘binnen de vereniging staat elke lerende centraal en elk lid is lerende’. De vereniging faciliteert uitwisseling en scholing en zet zich in om voldoende leraren beschikbaar te maken voor de groeiende groep Agora-scholen. Ze investeert in activiteiten waardoor leraren de mogelijkheid krijgen om te bouwen aan een steviger fundament van hun prachtige beroep. Agora-scholen zijn dan ook plekken waar leraren graag (willen) werken. Elke dag dragen ze trots bij aan de groei en ontwikkeling van leerlingen, en ervaren die groei en ontwikkeling ook persoonlijk. Het is een plek waar ze gezien en gehoord worden en waar ze veel vertrouwen, autonomie en verantwoordelijkheid ervaren in de uitvoering van hun werk. Ze hebben de ruimte om voortdurend te professionaliseren en beter te worden in hun werk. Dat werk doen leraren binnen een team.
  • De vereniging ontwikkelt kwaliteitsinstrumenten en stimuleert wetenschappelijk onderzoek in de Agora-scholen. Daardoor zullen de scholen beter in staat zijn om verantwoording af te leggen over de eigen processen, effecten en resultaten. Er zal krachtig worden neergezet dat de (vragen die voortvloeien uit de) Agoriaanse werkwijze, door praktijkonderzoek en wetenschappelijke steun leiden tot goed doordachte modellen en handreikingen. Daar kan de hele sector van profiteren.
  • De vereniging bouwt aan een netwerk van partners die de vereniging en de individuele Agora-scholen ten dienste staan met hun kennis, ervaring en ondersteuning. Door samen op te trekken maken zij het onderwijs op Agora-scholen nog beter. Beoogde partners zijn lerarenopleidingen; het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen; scholen voor primair, voortgezet, middelbaar en hoger onderwijs; universiteiten en kenniscentra (ook van buiten het onderwijs).
  • De vereniging betrekt ouders en leerlingen nadrukkelijk als onmisbare partners bij de vereniging. Ouders zijn deel van de samenleving en dus ook deel van het maatschappelijke netwerk van Agora. Iedere ouder is zichtbaar en actief op Agora en sluit daarmee de cirkel waarbinnen kinderen zich vrij voelen en in vertrouwen en veiligheid de onbekende toekomst omarmen. Die verbinding maken we dus ook binnen de vereniging.

De leidende principes van de Agora-vereniging.

We lanceren maandag 13 januari de website. Medio maart vindt de officiële oprichting van de vereniging plaats. En dan nemen we de tijd om de vereniging op een Agoriaanse leest te schoeien en in te richten. Op alle niveaus willen we congruent zijn aan de visie van Agora. We laten ons bij de inrichting van de vereniging inspireren door de ‘Vereniging 3.0 principes’ die Ivan Pouwels daaromtrent ontwikkeld heeft.

Belangrijkste kenmerken van drie verenigingsvormen

[1] De tien Agora-principes zijn bewust negatief geformuleerd om zogenaamde “stoeprandjes” te markeren. Binnen het speelveld dat zo ontstaat, kan elke school een Agora naar eigen wens inrichten:

  1. Vakken, lessen en het curriculum zijn niet leidend in het leren van kinderen;
  2. Agora-scholen werken niet met een lesrooster;
  3. De citoscore is geen toelatingscriterium;
  4. Leerlingen worden niet gelijk behandeld;
  5. Leerlingen worden niet ingedeeld in homogene groepen op leeftijd en leerniveau;
  6. Leerlingen maken geen summatieve toetsen (tenzij ze ervoor gekozen hebben om met hun PTA aan de slag te gaan);
  7. Leerlingen worden niet afgerekend op het leerresultaat;
  8. Leraren worden niet van ‘bovenaf’ aangestuurd;
  9. Het aantal leerlingen waar een leraar verantwoordelijk voor is, is niet hoger dan 18;
  10. De Agora-leeromgeving bestaat niet uit leslokalen.

Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan

Bij Agora onderwijs wordt gewerkt met coaches die een groep van ongeveer 15 leerlingen intensief begeleiden bij het maken van keuzes, bijvoorbeeld binnen de Challenges die zij uitvoeren. 

Hieronder een reflectie van Peter Crins, terugblikkend op zijn eerste jaar als coach op Agora Roermond. Het is zijn persoonlijke verhaal zoals het in originele vorm op LinkedIn verscheen.

Deze woorden sprak de grote Zweeds filosofe Pippi Langkous ooit. En dit is een soort levensmotto van mij geworden. Om uit te leggen waarom ik deze uitspraak boven dit stuk zet moet ik even een jaar terug in de tijd.

Meer dan een jaar geleden heb ik bij Agora Roermond gesolliciteerd. Er was een vacature en ik was toe aan een nieuwe uitdaging. Ik ben namelijk opgeleid als geschiedenis docent en heb dat, en andere vakken want zo gaat dat op het vmbo, 14 lang gedoceerd. Tijdens mijn vmbo loopbaan ging ik steeds meer twijfelen aan onze visie op onderwijs. Ik kwam tot de conclusie dat het doceren van mijn vak en onderwijs 2 zeer verschillende zaken zijn. Geschiedenis heeft namelijk geen praktisch nut, ziet u. Het zal niet snel gebeuren dat er iemand om een historicus roept omdat er zich in de operatiekamer een acuut historisch incident heeft voorgedaan. Ik ben van mening dat de absentie van een praktisch nut een voordeel is om voorbij je vak naar onderwijs te kijken en zo te analyseren wat eigenlijk belangrijk is.

Naar mijn mening heeft het traditionele onderwijs haar eigen rigide structuur tot doel verheven en is het voorbijgestreefd aan wat het eigenlijk moet doen. Namelijk kinderen voorbereiden op en gelukkig en zinvol leven. Deze structuur heeft zich als een wetmatigheid in de hoofden van veel mensen gesetteld. Terwijl het absoluut absurd is. De enige plek waar we de samenleving namelijk inrichten op niveau, leeftijd en vak is op school. De wereld werkt gewoon zo niet. Daarbij is het voor de meeste docenten simpelweg not done om vakoverstijgend te werken omdat dat ‘lastig’ is. Terwijl ik nog niet snel een situatie tegen ben gekomen die enkel kennis van een vakgebied vereist. We houden ons gewoonweg voor de gek. Het erge is, als je deze vraagtekens bij de methode van werken zet loop je de kans om als ‘zweverig’, ‘naïef’ of ‘gek’ te worden weggezet. Maar ik ben niet gek.

Nou, ik denk dat dit verhaal een beeld schetst van waarom ik klaar was voor de volgende stap. Ik was bereid om alles los te laten en echt te gaan kijken naar wat onderwijs is en hoe het gebeurt. Na een uitgebreide sollicitatieprocedure werd ik aangenomen. Man wat was ik blij.

Welnu, fast forward naar vandaag. Ik zit na een intensief jaar uitgeput op de bank. Ik ben een jaar coach geweest en ik ben hier nog lang niet klaar mee. Geloof me, het is echt heel anders en veel intensiever dan het docentschap. Maar man, wat is dit vet!

Ik twijfel elke dag of ik het goed doe. En dat is vaak frustrerend, maar o zo belangrijk. Die twijfel houdt me scherp en laat me leren. Ik heb geleerd dat ik fouten moet maken en moet laten maken. Ik heb geleerd dat je vaak op je handen moet zitten en leerlingen veilig op hun bek moet laten gaan. Ik heb geleerd dat je kinderen heel serieus moet nemen en dat ze ook heel goed weten wat ze willen en wat ze nodig hebben. Ik heb heel veel geleerd van mijn collega’s, die het vaak ook niet weten. Maar we gaan samen op zoek. Ik heb geleerd wat de betekenis is van een team en wat een team moet doen. Zonder team kan Agora niet bestaan. Ik heb geleerd dat je je niet door de beren op de weg moet laten afschrikken, maar dat ze lang niet zo eng zijn van dichtbij. Ik heb geleerd dat je vaak gewoon dingen moet doen en regelen. Ik heb geleerd dat je niet overal goed in hoeft te zijn. Ik heb geleerd dat een leerling en een coach aan elkaar gekoppeld moeten worden op basis van behoefte. Ik heb geleerd dat mijn ‘normaal’ iemand anders zijn ‘apart’ is. Maar ik heb vooral geleerd dat ik nog niet zoveel weet. Elke dag leer ik wat het is om een coach te zijn en dat dat werk nooit af is. Dat je elke dag leert dat er nog zoveel te leren valt. Dat je het nooit echt onder de knie krijgt en dat het dus altijd interessant blijft. Hoe vet is dat!

Veel te leren en veel twijfel dus. Echter, ik twijfel niet aan het gegeven dat ik de juiste keus heb gemaakt. Dat is een van de weinige dingen die ik dan weer wel zeker weet.

Ouders & school op de middelbare school

Roelant Wijngaards is coach op MC Nijmegen Agora, dat komend schooljaar zal starten. Hij schreef onderstaand stuk over de plannen die er zijn, zijn wensen voor de school en de voorbereidingen voor het eerste jaar. Dit stuk verscheen eerder op de site van Nivoz.

Op de basisschool ben je als ouders vanaf het begin al nauw betrokken bij veel zaken. Bij schoolreisjes, lokalen versieren voor Sinterklaas en kerst en andere evenementen en voorstellingen wordt er veel gebruik gemaakt van de hulp van ouders. Op één of andere manier houdt dat voor ouders vrijwel op wanneer hun kind naar de middelbare school gaat. Roelant Wijngaards docent op het Montessori College Nijmegen, is vanaf volgend schooljaar coach op het Agora-initiatief binnen zijn school en schrijft over het “community gevoel” dat hij daar teweeg wil brengen.  

Vaak blijft het contact ouders beperkt tot informatie- en ouderavonden op het voortgezet onderwijs. Nogal een overgang voor ouders lijkt me. En vooral ook vreemd. Gelukkig heb ik de afgelopen jaren wel steeds meer voorbeelden in de goede richting gezien. Zo zijn er bijvoorbeeld beroependagen waar ouders wat over hun beroep kunnen vertellen en waren deze week ouders nog welkom bij een heuse vakantiebeurs, georganiseerd door leerlingen. Ouders worden steeds vaker uitgenodigd om onderzoeken of presentaties bij te wonen van hun kind. Ook hebben wij al jaren een ouder-leerlingwisseldag bij ons op school. De bedoeling is dat ouders en leerlingen samen overleggen wie er welke les bezoekt. Een mooie manier voor ouders om weer terug in de schoolbanken te zitten en mee te maken hoe het onderwijs er tegenwoordig uitziet, krijgen we meermaals terug van ouders. Daarnaast is er DE Onderwijsbeweging waar leerlingen, personeel en ouders samen over onderwijs(verbeteringen) praten.

Enkele jaren geleden behoorde ik tot een select gezelschap van onze school dat Essential Schools in New York en Boston mocht bezoeken. De school die het meeste indruk op mij maakte, was de Francis W. Parker Charter Essential School in Devens, Massachusetts. De sfeer en het gebouw straalden een soort gemoedelijkheid uit. Oudere leerlingen hielpen jongere leerlingen tijdens de lessen. En de lessen waren zeker niet saai en traditioneel. Leerlingen kregen geen cijfers maar een waardering waaruit duidelijk werd dat ze het heel goed gedaan hadden, dat ze nog enkele aanpassingen moesten doen of dat er nog genoeg ruimte voor verbetering was.

Docenten waren erg energiek en straalden plezier uit. Ook kregen leerlingen veel verantwoordelijkheden. Er waren geen regels, maar ongewenst gedrag werd bespreekbaar gemaakt. Bovendien hadden alle leerlingen bij toerbeurt een andere rol in de klas.

Tijdens datzelfde bezoek hadden we ook de mogelijkheid om leerlingen en ouders te spreken en te bevragen. Net als de leerlingen waren de ouders erg bevlogen en enthousiast. Ze waren vol lof over de school en gaven aan echt bij de gemeenschap te horen. Er heerste een echt ‘Community-gevoel’.

Dit speciale gevoel willen we bij onze Agora gemeenschap ook teweegbrengen. Na een stage van twee dagen op Agora in Roermond hebben we leerlingen en ouders van onze nieuwe groep uitgenodigd voor kennismakingsgesprekken. Het was voor de coaches Sanne, Tom en mij geweldig om de leerlingen, maar ook de ouders beter te leren kennen, voordat we echt van start gaan. We vroegen onze leerlingen waarom ze voor Agora gekozen hebben en wat ze ervan verwachten. We waren ook benieuwd hoe ze hun basisschooltijd ervaren. Ook wilden we ze beter leren kennen en vroegen we naar hobby’s, interesses en huisdieren. Alle interessante dingen hebben we verzameld in een groot databestand.

Niet alleen waren we geïnteresseerd in de leerlingen, maar ook in hun ouders. Bij Agora hebben ouders een belangrijke rol. De driehoek tussen leerling – ouders en school wordt altijd benoemd en die is ook essentieel. Niet alleen getuigt het van lef dat ouders de keuze voor Agora hebben gemaakt (of hebben ondersteund). De steun van en samenwerking met ouders is erg belangrijk. Wanneer er contact nodig is, moet daar geen tijd over heengaan. Maar verder hebben ouders ook een rol binnen de gemeenschap. Zo kunnen ze meegaan op uitstapjes, meehelpen door een inspiratiesessie of workshop te geven over hun beroep of interesses, deel uitmaken van een ouderpanel, leerlingen helpen bij een challenge (wanneer dit hun interesse, vakgebied of netwerk raakt) of door aanwezig te zijn of een rol te hebben tijdens een community avond. Vandaar ook dat we de beroepen, hobby’s en interesses van ouders genoteerd hebben.

Voor alle leerlingen was er twee weken geleden een kennismakingsmiddag. Zo ook voor de Agora groep. Het stond vooral in het teken van kennismaken met elkaar. Het tweede gedeelte bestond uit een korte alcoholvrije borrel waarbij ook ouders welkom waren. Zo konden ze mooi kennismaken met elkaar, de leerlingen en de coaches en school. We zouden graag zien dat de rol van ouders niet beperkt blijft tot toehoorder, maar dat ze ook echt een bijdrage kunnen leveren aan het leren van de gehele Agora groep!

Maar niet alleen de hulp van ouders is welkom. Iedereen is welkom om op wat voor manier ook een bijdrage te leveren aan ons onderwijs. Het kan zijn door een inspiratiesessie of workshop te geven over iets interessants of een beroep. We staan open voor alle hulp, initiatieven en ideeën. Schroom dan niet om contact op te nemen of om van gedachten te wisselen. Het leren van de leerlingen houdt natuurlijk niet op binnen de schoolmuren. De wereld is onze school!

 

Eerste examenresultaten Agora Roermond prima

Een nieuwe onderwijsvorm met de eerste examens.

Er zijn vlaggetjes om naast de rugzak aan de stok te hangen, er zijn cijferlijsten en er zijn trotse ouders. De eerste leerlingen van Agora in Roermond zijn geslaagd. Een gedenkwaardig moment, zegt directeur Jan Fasen tegen de groep pubers die woensdagavond vieren dat ze helemaal, deels of bijna geslaagd zijn.

Eindexamenkandidaten in het hele land hoorden vandaag of de vlag uit kon. Op Agora waren de eindexamens net iets spannender dan elders, want de school deed er voor het eerst aan mee. Niet alleen de leerlingen moesten zich bewijzen, de school in zekere zin ook.

Vier jaar geleden begon Agora, een school zonder vakken, toetsen of niveaus. Bij de start werd beloofd dat leerlingen een diploma zouden behalen minimaal op het niveau van hun basisschooladvies. Dat lijkt te lukken: de zeventien leerlingen die een eindexamen maakten deden dat op het niveau van hun basisschooladvies, of hoger.

Diepe buiging

De leerlingen zijn eerder op de dag gebeld door Fasen, behalve directeur ook coach van alle eindexamenleerlingen. “Een diepe buiging”, zegt hij tegen de geslaagde leerlingen. En tegen een van de jongens die een vak moet herkansen: “Het ligt voor het grijpen vriend, en dan heb je een prestatie geleverd van wereldformaat. Dat weet je toch?” Wat een troela, moppert hij liefdevol over een geslaagde leerling die op de dag van de eindexamenuitslag haar telefoon uit heeft staan.

Zes van de 17 eindexamenkandidaten deden hun eindexamen zoals de meeste middelbare scholieren dat doen: in een keer. Vier van hen (vmbo en havo) zijn geslaagd, twee moeten herkansen. Maar ook zij gaan volgens Fasen hun diploma halen: “Die twee die herexamen moeten doen, halen dat.”

Update 29 juni 2018: beide leerlingen hebben in het 2e tijdvak hun diploma behaald, hiermee ligt het slagingspercentage voor deze groep op 100%.

Verder zijn er nog twee leerlingen die staatsexamen deden, zij krijgen de uitslag pas over een paar weken.

De overige negen leerlingen (vmbo, havo en vwo) deden vervroegd eindexamen, wat betekent dat ze dit jaar alvast een paar vakken deden en volgend jaar de rest. Op drie leerlingen na die één 5 haalden, heeft de rest alle vakken binnen. In principe kunnen alle scholen dat regelen, maar het gebeurt niet op grote schaal.

Hoogleraar onderwijs Jos Claessen van de Open Universiteit luistert naar de telefoontjes. Hij is vanaf het begin betrokken geweest bij Agora, doet onderzoek naar het onderwijsconcept en is dit eindexamenjaar elke dinsdag op de school geweest. “Je kunt dit soort resultaten, zeker die van het eerste examenjaar, niet vergelijken. Er zijn vrijwel geen leerlingen op gewone middelbare scholen die vervroegd (deel)examens doen of staatsexamens”, laat hij weten.

Populair

De twee mannen zijn tevreden over de uitslag, hoewel ze op Agora het fenomeen centrale eindexamens eigenlijk achterhaald vinden. “Maar nu hebben leerlingen hun toegangskaartje tot het vervolgonderwijs”, zegt Fasen. Wat de geslaagde Agora-leerlingen volgens hem laten zien is dat ‘het inflexibele, dichtgetimmerde model niet nodig is om leerlingen een diploma te laten halen’.

Claessen concludeert in zijn evaluatie van dit eerste Agora-eindexamenjaar dat ‘er binnen de bestaande regelgeving veel ruimte bestaat om dingen anders aan te pakken en te organiseren’. .

Het Agora-onderwijs wordt ondertussen steeds populairder. In Roermond starten straks 110 brugklassers en vijf nieuwe Agora’s openen hun deuren. De eindexamenklas bestaat volgend jaar niet uit 17 leerlingen maar uit een stuk of 100, en dat is mede te danken aan leerlingen die op een andere school zijn gestart maar overstapten. “Een grotere eindexamengroep betekent dat we een aantal dingen strakker moeten organiseren”, zegt Fasen. “Maar het uitgangspunt blijft hetzelfde. We bieden maatwerk voor onze leerlingen.”

Bronnen
Trouw 13 juni. Eindexamenspanning op Agora: ook de school moest zich een beetje bewijzen
De Limburger 13 juni. Eerste geslaagden Agora Roermond
Jan Fasen Things and Thoughts. De eerste Agora eindexamenresultaten
Jan Fasen Things and Thoughts. Agora en de eindexamens: een eerste balans
Nos.nl. Eerste leerlingen Agora-scholen geslaagd: ‘Wij waren de proefkonijnen’

Kennis maken met Agora Rotterdam

Wil je meer weten over Agora onderwijs en de plannen van Agora Rotterdam om dit onderwijs ook in Rotterdam te kunnen gaan aanbieden?

Wil je een actieve bijdrage leveren of heb je ideeën?

Op dinsdag 5 juni zal Agora Rotterdam een workshop verzorgen bij de door MeetUp010 georganiseerde bijeenkomst over Bildung.

Meer informatie over het programma van die avond vind je hier. Direct aanmelden kan hier.

Je bent van harte welkom!

Wat vinden leerlingen van Agora onderwijs?

Agora onderwijs door de ogen van een leerling beleven en volgen? Marieke van Agora Roermond schrijft wekelijks een blog over haar belevenissen. Hieronder haar laatste ‘Marieke blogt ná de vakantie’ Een link naar meer van haar blogs is hier te vinden. Marijke wil schrijfster worden en vindt het dus leuk om reacties te krijgen.

 

Sorry sorry sorry sorry sorry sorry…

Ik ben vergeten vorige week te bloggen! Ik dacht er vrijdag aan: Sh*t! Ik ben vergeten te bloggen!

Ik was van plan om dat woensdag te doen, maar het schoot erbij in. Ik had het toen nogal druk: Duurzamer leven Challenge, Latijn, het verslag van de meeloopdag bij Oogwereld Leenarts…

Vandaag denk ik er dus wél aan, en natuurlijk lees jij met extra enthousiasme deze blog. ;-P

Deze week is ook een beetje raar. Vorige week hadden we dus maar drie dagen, donderdag vrij vanwege Hemelvaart en vrijdag hadden we gewoon vrij. En deze week draaien we maar halve dagen. Dat komt omdat de helft van de coaches in de VS zit. En in de VS gaan ze naar de VNS, de Valley New School. Ons schoolconcept is bijna gelijk aan hoe ze daar te werk gaan. Heel leerzaam voor onze coaches om dat eens te zien. Wie weet wat ze allemaal opsteken en wat wij allemaal gaan leren als ze terug zijn.

Omdat er nu minder coaches zijn, betekent dat dus dat we van 9.00 uur tot 11.30 uur op school zijn. Of van 12.00 uur tot 14.30 uur. Dat wisselt de hele week af. Op de momenten dat je thuis bent en eigenlijk op school hoort te zijn, werk je gewoon. Thuiswerken dus. Dat is fijn, ik kan me thuis nóg beter concentreren dan op school.

Dat betekent ook dat het verslag dat ik schrijf over mijn meeloopdag bij Oogwereld Leenarts bijna af is. Ik moet er nog even de laatste hand aan leggen, doorlezen en af en toe een foutje verbeteren, en dan is het klaar. Ik laat het dan door iemand anders lezen. De tips die ik dan krijg verwerk ik in het verslag en dan is het af. Mijn mini-footprint. Daarna ga ik dan door naar het volgende beroep. Wat dat precies is weet ik nog niet, dat bepaal ik zodra het verslag af is. Dat gaat de goede kant op dus.

Wat nog meer goed gaat is het schrijven. Er zijn wekelijks twee workshops die ik volg en dat helpt mij echt. Ik krijg positieve feedback, tips over de verhaallijn of grammatica. Voor mij zijn deze dingen heel erg nuttig en ik merk dat ik met schrijven vooruit ga. Het is heel prettig om dat op te merken, het gevoel te hebben dat je ook echt iets leert is heel fijn.

Eind mei ga ik ook naar de NBD (Nationale Bibliotheek Dienst) om boeken uit te zoeken voor de schoolbibliotheek. Natuurlijk ga ik niet alleen, samen met een aantal andere leerlingen en begeleiding van school uit. Daar heb ik dus wel zin in!

Voordat ik verder ga aan het verslag, wil ik je nog even vertellen hoe de Reviewgesprekken gegaan zijn. Ik mocht er twee bijwonenen, eentje over Drones en een over Filosofie. Het is dus echt heel interessant om te weten wat je mede-Agorianen allemaal doen. Leerzaam ook, want iedereen werkt op een andere manier. En inspirerend, want misschien word je zo enthousiast dat je zelf ook een Challenge over dat onderwerp wilt doen.

Ik zelf heb nog geen Reviewgesprek gehouden (nog niet). Je kunt een Reviewgesprek wel vergelijken met een spreekbeurt, alleen dan niet voor de hele klas. En natuurlijk op een hoger niveau. Niet zo professioneel als een Tweede Kamerlid zijn of haar ideeën presenteert natuurlijk. In een Reviewgesprek blik je terug op het proces van de Challenge, vertel je wat je hebt geleerd, wat er beter had gekund, wat je de volgende keer weer zo gaat doen en wat absoluut niet. Dat is wel even wat anders dan je spreekbeurt in groep 3 over je konijn.

Presentatievaardigheden heb je nodig. Op school, op je werk, als je je vriend wilt overtuigen dat je toch echt op vakantie moet naar Hawaï. Of om Agora Roermond te presenteren bijvoorbeeld. Wat ik daar nou mee bedoel lees je volgende week!

Alvast fijn weekend!

Agora en het eindexamen

Maandagavond 14 mei werd Jan Fasen van Agora Roermond geïnterviewd over de eindexamens in het programma Avondgasten van de regionale Limburgse zender L1. Hieronder een verslag, met onderaan een link naar de originele pagina, waar ook het interview zelf is te bekijken.

“We doen er aan mee omdat het wettelijk verplicht is. Wij richten ons op groei en ontwikkeling.” Dat zegt Jan Fasen, directeur van de Agora-school in Roermond in het programma AvondGasten.

Alle ogen zijn nu op ons gericht, dit is de eerste test, een soort afrekeningJan Fasen

Sinds 2014 biedt deze school leerlingen van vmbo tot en met gymnasium persoonlijke leerroutes zonder vakken, lesrooster, cijfers, lesmethoden en rapporten. De eerste groep Agora-leerlingen doet nu eindexamen. Dat is extra spannend, geeft Fasen toe. “Alle ogen zijn nu op ons gericht, dit is de eerste test, een soort afrekening.”

Volgens de directeur staat het centraal schriftelijk op gespannen voet met de manier waarop op Agora onderwijs wordt gegeven. Op wie kinderen zijn, wat ze willen met hun leven en hoe ze dat voor elkaar boksen. “Maar uiteindelijk hebben ze wel een diploma nodig, het toegangskaartje tot wat hierna komt. Dus organiseren we dat.”

Overigens doen de 19 leerlingen van Agora niet allemaal een volledig examen, sommigen verdelen de vakken over twee jaar.

In totaal zijn bijna twaalfduizend middelbare scholieren in Limburg vandaag begonnen aan de eindexamens.

Het is maar een momentopname, je kijkt maar naar een heel klein aspect van wat kinderen kunnenIngeborg Dijkstra

Ook pedagoog en coach Ingeborg Dijkstra, zelf moeder van een eindexamenkandidaat, ziet de beperkingen van het huidige centraal examen. “Het is maar een momentopname, je kijkt maar naar een heel klein aspect van wat kinderen kunnen.”

https://l1.nl/eindexamens-en-de-eindexamenstress-in-avondgasten-141204/